“Compassie heeft veel te maken met creativiteit en speelsheid!”
Met Marjolein Pieks in gesprek over Nijmegen als Stad van Compassie
Verbonden aan het imago van Nijmegen is één karakter dat er niet meer uit weg te denken valt. Dat is Mariken van Nimwegen. Het verhaal over het knappe weesmeisje Mariken dat door de duivel Moenen wordt verleid tot een losbandig bestaan in Antwerpen. Om uiteindelijk, na zeven jaar, terug te keren naar Nijmegen en hier berouw te krijgen. Vaste vertolker van het Nijmeegse meisje Mariken in dit uit de 16de eeuw stammende mirakelspel, dat in de kern gaat over vergeving en compassie, is al jarenlang Marjolein Pieks.
Marjolein Pieks is iemand met vele talenten. Zangeres, actrice, theatermaker. Schrijfster van proza en poëzie. En sinds januari 2017 zelfs verkozen tot Dorpsdichter van de Gemeente Heumen. Met haar vertolking van Mariken is Marjolein diep in de huid gekropen van deze legende van Nijmegen. Wat voor ideeën over compassie en over Nijmegen als Stad van Compassie zou iemand hebben, die zo diep gedoken is in dit bijzondere verhaal, dat draait rond begrippen als zonde, vergeving, barmhartigheid en compassie? Reden genoeg om Marjolein te benaderen voor een interview voor Nijmegen Stad van Compassie!
Het wordt een diepgaand interview met een zeer welbespraakte voordrachtskunstenares, over de ziel van compassie, uiteraard over de verbinding tussen Mariken en compassie, en over een Stad van Compassie waarin kinderwereld en volwassenenwereld verbonden blijven!
Marjolein, als jou wordt gevraagd om jezelf in drie kernwoorden te omschrijven. Welke kernwoorden zouden dat dan zijn?
Met een bedachtzaamheid die tijdens het interview kenmerkend is voor haar manier van antwoorden, neemt Marjolein de tijd om de juiste woorden te vinden. Na een lange stilte is het eerste woord dat ze noemt: “Nieuwsgierig.”
“Stiltezoeker,” vervolgt ze. “En als derde – hoewel dat eigenlijk geen woord is – zou ik mezelf ook omschrijven als ‘buiten de gebaande paden’. Ik zoek altijd net de andere weg. Ik vind gebaande wegen mooi. Maar zijpaadjes en vlinders en leuke afleidingen vind ik ook heel interessant als het om manieren gaat om ergens anders te komen.”
Je geeft als eerste kernwoord aan dat je nieuwsgierig bent. Waar ben je dan nieuwsgierig naar?
“Ik ben nieuwsgierig naar de oneindige mogelijkheden van de mens om zichzelf te manifesteren. Ik ben altijd nieuwsgierig naar onverwachte ervaringen, momenten en gelegenheden. Ik ben telkens weer verwonderd over de talloze richtingen die het leven kan hebben. Je verwacht iets. En dan gaat het toch weer net even anders. Ik ben heel nieuwsgierig naar wat het leven is, naar wat het mens-zijn inhoudt en hoe spontaniteit zich daartoe verhoudt. Maar het meest nieuwsgierig ben ik toch wel naar mezelf.
“Daar had ik bijvoorbeeld laatst nog een contemplatie over. Dat ik toch mijn hele leven eigenlijk al bezig ben om op een speelse wijze – ja: speels, dat is misschien dat derde kernwoord waarnaar ik eigenlijk zocht – uit te vogelen wat ikzelf, en wat mijn medemensen, nou in godsnaam aan het doen zijn op deze wereld. Mijn nieuwsgierigheid is dan ook eigenlijk een soort verwondering over onze binnenwereld maar ook de kosmos en onze planeet.”
“Ik ben ook gefascineerd door de humor die achter zo’n beetje alles zit. Bijvoorbeeld het hele gedoe in Amerika, dat mij vreselijk ontstemt. En waar ik ook heel verdrietig van kan worden. Het maakt me tegelijk nieuwsgierig naar welke grap het heelal nu weer heeft uitgehaald om ons als mens te kunnen laten groeien. Zeker is dat we onszelf allemaal veel te gewichtig en belangrijk vinden als we iets denken.”
Als ik naar je luister, dan hoor ik je op zorgvuldige wijze prachtige woorden uitspreken. ‘Contemplatie’. ‘Kosmos’. Iets ‘ontstemt’ je. Geen woorden of uitdrukkingen die je regelmatig in een conversatie terughoort. Waar komt jouw voorkeur voor dit soort, bijna klassieke, woorden vandaan?
“Ik vind het belangrijk om mijn ontvanger te raken in zijn of haar hart. Daarom weeg ik zorgvuldig mijn woorden om mijn boodschap zuiver over te kunnen brengen. Taal draagt op die manier ontzettend veel wijsheid in zich. Elk woord heeft een bepaalde energie, een zelfstandige aanwezigheid, ja, zelfs een ziel. Woorden resoneren zoals muziek, het is de kunst de juiste toon te spelen.
Sprekend over de ziel van een woord: wat is voor jou de ziel van het woord compassie?
“Als ik het woord compassie uitspreek, dan voel ik hoe tweeledig het woord is. Dat het niet makkelijk is. Dat er altijd iets tussen staat, een muurtje waar je doorheen moet om compassie daadwerkelijk te kunnen voelen. Dat gezegd hebbend: compassie is voor mij ‘samen voelen’. Het is echter iets anders dan empathie.”
“Bij empathie voel je ook samen met iemand. Maar compassie is volgens mij ook vergeving. Er zit een oordeelloosheid in. Geen label plakken op wat iemand voelt. Of willen veranderen wat iemand voelt, als het bijvoorbeeld diep en diep verdrietig is wat iemand ervaart. Of diep en diep destructief. Dat is dan maar even zo.”
“Vaak willen we dingen veranderen. We willen dingen niet zien zoals ze zijn. En ik denk dat compassie ons juist in staat stelt om gewoon bij de ander te zijn. Zoals diegene is, hoe die op dat moment ook is. Daar gewoon even niets mee te hoeven. Er simpelweg bij te zijn. Dat is ook een soort ambacht, denk ik: ergens gewoon bij kunnen zijn. Het is een geneeskrachtig iets.”
“Compassie is daarnaast ook de taal van het lichaam, volgens mij. Het lichaam vertegenwoordigt in feite het heelal, de maatschappij waarin we leven, in het klein. Dus het is goed om daar vaak naar terug te keren. Niet om het als een godheid te beschouwen. Maar wel als een gids. Want compassie is een fysieke staat van zijn: het betekent dat je niet in je hoofd compassie aan het bedenken bent. Maar in het hier-en-nu compassie ervaart. Jezelf en/of de ander letterlijk of figuurlijk omhelst door simpelweg aanwezig te zijn en meer niet.
Je bent al jaren vertolker van de Nijmeegse Mariken, het hoofdpersonage in het bekende mirakelspel ‘Mariken van Nieumeghen’. Is er een verband volgens jou tussen compassie en Mariken?
“Compassie kenmerkt Mariken, samen met vergeving en dankbaarheid. Dankbaarheid is volgens mij ook een vorm van compassie. Het gaat over het omhelzen van de kleine dingen. En niet voor niets weigert Mariken ook de M in haar naam op te geven als Moenen (de duivel) haar naam wil veranderen. De letter M staat voor Maria, het toonbeeld van vergeving en compassie.”
“Mariken beschikt over het vermogen om zich met alles en iedereen te verbinden, ook al tracht men haar onschuld en reine ziel af te pakken. Volgens mij kan je alleen vergeven worden als je compassie toont met wie je ten diepste bent. Het gaat er om dat jij zelf degene bent die jou kan vergeven. Het gaat om vertrouwen in het lot dat jouw wegen baant.”
“Voor mij is Mariken een heilige (al heeft ze waarschijnlijk nooit bestaan). Ze bleef vertrouwen en hoop houden in zichzelf als goed wezen. Ze moest heel ver van zichzelf geraken om terug te kunnen keren naar de onschuld van het lichaam, naar de reinheid van de ziel. ”
Vind je Nijmegen een Stad van Compassie?
“Ik vind Nijmegen in ieder geval een stad die, net als Mariken, voortdurend op zoek is naar andere manieren om begrippen als vrede en liefde, wijsheid en schoonheid, in de spotlights te zetten. Het is een onderzoekende stad. Voortdurend in beweging, met inwoners die buiten de gebaande paden durven te treden.”
“Om een voorbeeld te geven. Ik kwam een keer bij het Nijmeegse gemeentehuis. Ik had het op dat moment helemaal gehad met al het wereldgeruis en alle aardse toestanden, ik was het zo zat. Ik sloeg daar toen met mijn vuist op de balie en zei tegen de mevrouw daarachter: ‘Ik wil nu een vrijstaat!” Die mevrouw keek me vervolgens. En zei: ‘Oh, ja. Ik zal even voor u bellen.”
“Dat is Nijmegen dus voor mij. Want voor mij was het toen ook goed. In de zin van: of er nou een vrijstaat komt of niet. In ieder geval mag het idee er gewoon zijn! Dat plaatst Nijmegen voor mij al een heel eind richting Stad van Compassie.”
Wat zie jij voor je, als wij zeggen dat we werken aan een Stad van Compassie?
“Dan zie ik stilteplekken voor me. Niet religieuze tempeltjes, simpele huisjes, waar mensen zich even kunnen terugtrekken. In een Stad van Compassie komen in die tempeltjes alle culturen bij elkaar. En of je elkaars taal nou wel of niet spreekt, dan ben je maar stil met elkaar. Of je danst en maakt muziek met elkaar, in een taal die iedereen wel snapt.”
“Ik sprak onlangs ook een filosoof die tijdens de zomer op de Kaaij had plaatsgenomen om daar mensen te ontvangen. Dat lijkt op het idee van de klassieke agora en de oude Griekse filosofen die zich op het marktplein beschikbaar stelden. Een Stad van Compassie is voor mij ook een stad die mensen aan het denken, maar vooral ook aan het voelen en bewustzijn wil zetten. Ik zie veel stilte, maar ook veel lichaamsbeweging, zoals dans en Tai Chi in de openbare ruimte. En ja, filosofen hebben daarbinnen ook echt een plek.”
“Ik zie ook, als ik een stad van compassie voor me zie, een duurzame stad. Een stad die niet alleen rekening houdt met de mensen, maar ook met de dieren en het milieu. Ik zie een groene stad voor me, met kunst en poëzie op elke straathoek, heel veel prachtige bomen en fietsen, en de nieuwste uitvindingen op gebied van duurzaamheid.”
“Dan is er dat hele gedoe met bijstandsuitkeringen. Ik heb er nog geen oplossing voor verzonnen, maar zoals het systeem nu is, dat klopt niet. Het is niet gebaseerd op gelijkwaardigheid en op respect voor de medemens. Ik bedoel, als je werkelijk mensen in de goot wil laten leven, dan vind ik dat je die goot ook heel mooi moet maken. Dan moet je daar een lekker bedje van maken. Als je mensen buiten wil laten slapen, zorg er dan tenminste voor dat het veilig, warm en gezellig is. Daar zorgt een Stad van Compassie wat mij betreft ook voor.”
“Compassie heeft wat mij betreft ook veel te maken met creativiteit. Met eenvoudige oplossingen, zoals een kind die zou bedenken. Het gaat om speelsheid. Wil je weten wat je moet doen om wereldvrede te bereiken? Vraag het een groepje 4 tot 12 jarigen en je hebt je antwoord. In een stad van compassie is er voor mij daarom, naast veel uitwisseling tussen culturen, ook veel uitwisseling tussen leeftijden.”
“Het is iets dat me onlangs ineens door het hoofd schoot. Dat er zo vaak gescheiden geleefd wordt tussen volwassenen en kinderen. Volwassenen lijken soms bijna bang voor kinderen. We sluiten onze kinderen op in een peuterspeelzaal of in een school. Terwijl die kinderwereld juist zo verrijkend kan zijn. Een stad van compassie zou ik dat ook toewensen. Meer die mix van kind en volwassene.”
“Praat met kinderen, organiseer bijeenkomsten waarbij volwassenen luisteren naar wat kinderen te zeggen hebben en hun bewegingen kunnen nadoen. Neem je kinderen mee naar theatervoorstellingen. Laat ze af en toe rondrennen in de kantoortuin. Ga als ouder voor je werkpauze even een broodje eten op de peuterspeelzaal van je kind. Breng het spel terug in de maatschappij. Bekijk de wereld eens vanuit een glijbaan of een klimrek, of je nou kinderen hebt of niet. Speel!”
“Een stad van compassie speelt met licht en donker, met kwaad en goed. Want op een slechte dag zingt de duivel ook in jou. En je hoopt dan dat een en ander niet zover gaat dat er onherstelbare schade wordt aangericht. Maar het durven voelen dat het er is, is vaak ook al voldoende. Daar moet in een Stad van Compassie plek voor zijn.”
Hartelijk dank voor dit interview, Marjolein Pieks!